The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One! - Matt
Vorig hoofdstuk | Volgend hoofdstuk |
HET FEEST IN DE GROT
'Spoor ze snel op, Voldemort, rust niet, voordat je weet waar ze zich bevinden.' 'Maar natuurlijk meester, uw bevel spreekt voor zich.'
Voldemort was allang blij om weg te gaan uit het slot. Hij voelde altijd een zekere spanning in de buurt bij zijn meester, die hem naar zijn mening maar minachtte. Vaak had Matt hem kansen gegeven om zich te bewijzen, en net zovaak zorgde Voldemort er weer voor, dat de kwade plannen van Matt op een haar na niet succesvol ten uitvoer werden gebracht.
Hij voelde dat dit zijn kans was om voor eens en altijd af te rekenen met zijn verleden. Met haastige passen liep hij de zaal uit (voor zover je het haastig kon noemen tenminste, want een goede conditie had hij niet), maar voordat hij de uit het zicht van Matt verdween, draaide hij zich om.
'Ik...ik zal u niet teleurstellen, meester', zei hij. En hoewel hij probeerde zelfvoldaan erbij te kijken, meende Matt angst in zijn ogen te zien, alsof deze missie voor hem het verschil tussen leven en dood zou betekenen. Na een korte blik in Matts ogen, keerde Voldemort zijn hoofd resoluut om en ging.
Verlegen staarden de kinderen naar de twee mannen in lange gewaden, die ze zojuist hadden bevrijd van hun gijzelnemer. Ze zeiden niets en de stilte werd alleen onderbroken door een paar meisjes, die doodzenuwwachtig zaten te giechelen.
'Ehhhh... hallo?' Probeerde Robert bij wijze van groet, waarbij hij door sommigen met een onverstaanbaar kreetje terug werd 'gegroet', maar de meesten hielden stijf van angst hun mond dicht. 'Ja, wat moeten we nu in godsnaam met deze kinderen beginnen!' zei Robert enigszins geirriteerd.
'We kunnen ze ook niet zomaar achterlaten, moet je kijken hoe verwaarloosd ze erbij zitten', zei Robin.
'Ja daar heb je inderdaad een punt, maar kunnen we ze dan niet terugbrengen naar de stad?', en hij keek vragend naar de groep kinderen.
En plotseling roept een van de wat oudere kinderen: 'Nee doe dat alsjeblieft niet! De rattenvanger is er, ondanks onze ontvoering, nog mateloos populair. Hij heeft ten slotte wel mooi de stad van de ratten gered. De bewoners zullen ons nooit vergeven als ze erachter komen hoe hij is toegetakeld, we zullen worden uitgescholden, getreiterd, gemarteld, verminkt, geketend, op de brandstapel...'
'Ja HO MAAR, ik heb de hint door', zei Robert.
'Weet je wat?', zei Robin, 'laat een van ons dan eerst in het stadje wat eten halen voor de kinderen en dan bekijken we later wel wat we gaan doen.' En zo gezegd, zo gedaan.
Terug in de grot konden de kinderen haast niet geloven wat die goeie oude Sint... eehh Robin allemaal had meegenomen: 125 zakjes smekkies in alle smaken, voor ieder twee flessen boterbier, verschillende soorten pudding, pakken chocokikkers en, om het feest compleet te maken, een stereoblaster met het nieuwste album van de witte wieven.
Toen de muziek werd opgezet, kwamen de eerst zo verlegen kindertjes uit hun schulp en een kwartiertje later zat iedereen de polonaise te dansen. Het bier deed zijn werk (er bleek per ongeluk dreuzelbier in plaats van boterbier te zijn ingekocht) en iedereen was al gauw dronken, waardoor de pret al helemaal niet meer stuk kon.
De kinderen waren door het dolle heen en de groep meisjes, die eerst nog zo zenuwachtig zaten te giechelen, kwamen lallend naar Robin en Robert toe en riepen: 'Heeeeeejj, jullie zijn toch toovenaars, kunnen jullie dan ook vuurwerk uit jullie stuk toveren??'
'Jaaaahaa, en of we dat kunnen!', schreeuwden Robin en Robert boven het gedreun van de witte wieven uit.
'Wooehaaaahaaa, wauw wat gooeeewd zeg, mogen we dat eens zien???'
'Dat is goeed!' Ondertussen hadden alle kinderen zich in een kring rondom Robin en Robert verzameld, ongeduldig op en neer springend om dit spektakel te aanschouwen. En zonder er bij na te denken schoot Robert uit zijn toverstuk een blauwe vuurstraal, die hoog in de hemel uiteenspatte, en een gigantische F (van fantastic) van kilometers lang in doorsnee, verscheen aan de hemel. Niet veel later schoot er uit Robins stok een al even grote 2 (van two...eehh ja, maar dat had je vast wel al zelf begrepen).
De wijde omtrek was helemaal blauw verlicht van het vuurwerk. Na dit grote spektakel viel langzamerhand ieder in de grot een voor een in slaap van uitputting en binnen een uurtje was het weer rustig in de grot.
Een mollige, grote man zwerft op een verlaten erf. Waar hij naar toe moet weet hij niet. Terugkeren is geen optie, dat zou bijna gelijk staan aan zelfmoord. Dezelfde gedachte blijft constant in zijn hoofd hangen 'hoe kan ik ze vinden, hoe kan ik ze vinden?' En net als de slaap van het lange reizen toeslaat, net als hij de zoektocht voor deze dag op wil geven, wordt het blauw. Overal waar hij kijken kan, is alles verlicht in een fel blauw licht.
En als hij opkijkt, ziet hij waar het vandaan komt. Een niet-normaal-grote F staat hoog verlicht voor de sterren. Op een helling in de verte, gaat een blauwe straal als een raket richting de maan, en spat naast de F uiteen in een 2. Opgewonden bonst zijn hart op en neer... hij weet waar ze zijn! 'Serpentem' mompelt hij en kronkelt de helling op.
'AAAAHHH.... MENEER DE TOVENAAR!' Nog dronken van het feest wordt Robin wakker met een tiental angstige kinderen voor hem. 'JE MOET HEM HELPEN, HIJ IS DOOD!' Niet wetend waar ze het over hebben wrijft hij de slaap weg uit zijn ogen en dan wordt het hem duidelijk waar het over gaat: De rattenvanger is spoorloos verdwenen. En vlak voor de plek waar hij geboeid was ligt Robert, levenloos op de grond. Zijn linkerarm ligt open en er sijpelt bloed uit...
Vorig hoofdstuk | Volgend hoofdstuk |